spacer
Contact Fondslijst Deelnemers beurs 1998-2006 Archief Links

REIN DUFAIT

een tekening

terug naar fondslijst

o home

 

Alhoewel Rein Dufait een ‘beeldhouwer’ is, presenteert Druksel met ‘Tezamoraan’ een tekeningenboek, of beter: de tekeningen zijn schetsen voor beeldprojecten. Toch hebben deze prenten een autonome status: uitgevoerd of niet: zo zou het kunnen zijn.
De werken van Rein Dufait hebben immers in elk stadium van hun bestaan een eigen status. Wanneer is een werk af? Wanneer en waarom moet er nog aan gewerkt worden? Wat is het einde? En dus: wat is het begin?
Rein Dufait stelt zich in zekere mate tegenover het klassieke in de cultuurgeschiedenis. Klassiek is dat wat af is, het is volbracht. Er zijn evenwichten, er is duurzaamheid, er is een object, het werk kan verhandeld en verplaatst worden. Het sublieme, het verhevene, die aftandse metafysische begrippen, hebben geen betekenis meer. De schoonheid van het leven is wat leeft, wat zou kunnen leven, wordt door de kunstenaar in het onaffe geblazen. Het is in het laten bestaan, het plotse loslaten, dat de kunst bestaat.
Bij Rein Dufait is dit anders. De cultuurobjecten, het levenloze, staan niet langer meer tegenover de natuurelementen, het levende, maar worden getransformeerd tot dingen die zelf leven. Er kan toegevoegd worden, er kan gekapt worden; soms worden dingen gedeeld of samengevoegd; het vernietigen van een werk kan leiden tot de geboorte van een nieuw werk. Het is alsof de dingen zelf aangroeien; het werken is een natuurlijk proces. De tweedeling tussen natuur en cultuur wordt opgegeven. Dufait behoort daarmee tot een andere wereld dan de meeste kunstenaars: niet de natuur is een inspiratiebron maar de gemaakte objecten zijn dat. De natuur dringt het atelier binnen maar is niet langer natuur. Ook de grondstoffen waarmee het werk gemaakt is, behoren niet langer tot de natuur maar zijn elementen uit de gemaakte wereld.
De levenloze dingen worden levend en krijgen daardoor geen definitieve status. Het is alsof de werken, ook al zijn ze het atelier uit geraakt, blijven verder leven, ze zullen groeien en andere objecten of materialen verzamelen. We denken aan het staketsel.
De kunst is aldus geen afbeelding van de natuur of een zich afzetten tegen de natuur (de hoek i.p.v. de gebogen lijn), maar het overnemen van het levensprincipe waarde vormen een autonoom bestaan veroverd hebben. Er zijn wel degelijk artefacten, maar niet de materie, het principe is essentieel.
‘Het doet denken aan’, of ‘Het komt van daar’ hebben in deze context geen enkele zin omdat het werk niet refereert aan de wereld maar er los van staat en er toch tegelijkertijd deel van uitmaakt omdat het is wat het is. Kunst is wat het altijd zou moeten zijn: een ‘Fremdkorper’.
Het onaffe is daarmee dé status van het werk geworden. Omdat het werk nooit af is, herbergt het vele mogelijkheden in zich, het heeft potentie en niemand heeft het laatste woord. Ook al zijn ze de objecten de wereld ingestuurd, toch blijven ze wachten op, ja op wat?
Niet op vervolmaking, maar op leven.
Constant is er werk, arbeid.
Sommige werken hebben nu al een bijna iconische waarde, zoals bijvoorbeeld Wonogirl (2009), en we vragen ons af hoe dit komt. De werken zijn nieuw, hebben nog geen documentaire betekenis gekregen en toch herkennen we ze als zijnde van onszelf.
Het is het onaffe dat herkenbaar is, we zien een vreemd object dat in ons verscholen zat en daarom ons bekend is. De werken van rein Dufait herinneren aan de primitieve beelden, ze gaan dieper dan de cultuur en de omgangsvormen. Er is een herkenbaarheid van de ‘art brut’, ‘l’idiot savant’. Er is een ruwheid en een bruutheid die aangrijpend zijn; het is de weigering te lokken, te verleiden. Toch is er van de kunstenaar uit geen neiging tot afstoten. Hij maakt de dingen, hij zwijgt, hij toont.
Sla op zijn handen of hij blijft er aan prutsen.

 

html by Tankred
version 2.2 - © Druksel